Collega's,

Een lener stuurde een mail naar een schepen om toe te laten dat een via een app ingescande barcode (op een smartphone) ook zou gelden als geldige lenerskaart, en dat dit in het reglement zou worden ingeschreven.  In winkelbedrijven zoals Makro wordt dit op grote schaal toegepast, maar de lenerspas van de bibliotheek is volgens mij toch niet hetzelfde.

Ons reglement voorziet nu expliciet dat de (originele) lenerskaart moet worden meegebracht.  Dit om problemen te vermijden, ik neem aan dat ik dit niet moet uitleggen aan  mensen van het vak.

In werkelijkheid is de barcode op de smartphone niet meer dan een kopie, die gemakkelijk vermenigvuldigd kan worden.  Ik ben er mij ook van bewust dat bij een zelfuitleenbalie geen controle mogelijk is, maar ik vind dit in se geen argument voor bibliotheken met een bemande balie.

In Nederland heeft de Museumkaart (die gratis toegang geeft tot zowat alle musea) deze toepassing recent expliciet verboden, omdat met de kaarten op grote schaal werd gefraudeerd.

Hoe gaan  bibliotheken in Vlaanderen hiermee om ?   .

Weergaven: 710

Berichten in deze discussie

Gebruik maken van de eID lost dit probleem voor een heel groot deel op.

Maar ook dit systeem kent zijn beperkingen: voor kinderen moet je nog altijd een pasje aanmaken of gebruik maken van de kids-ID, maar dit kan je niet opleggen; de chip kan beschadigd zijn zodat de eID niet gelezen kan worden.

In Beringen gebruiken we in hoofdzaak de eID en zijn hier heel tevreden over. Bovendien zijn de leners hier ook tevreden over: hun eID hebben ze in principe altijd bij en het dubbele gebruik van de eID zorgt toch al voor 1 kaart minder in de portefeuille.

Het toelaten van een ingescande barcode op een smartphone vereist ook dat je in de meeste gevallen andere barcodescanners moet plaatsen om de barcode van een blinkend oppervlak te kunnen lezen, maar dit kan je testen.

Groeten

Gunter Broekmans

stafmedewerker Bib Beringen

Chris, deze vraag is bij de Brusselse bibliotheken ter sprake gekomen op een periodiek overleg in september 2015. Ons Streekgericht Bibliotheekbeleid heeft die vraag dan verder technisch en principieel onderzocht en de bibliotheken daar uitleg en advies over gegeven.

De toelichting en het advies luidde toen:

In principe is er geen reden om een onderscheid te maken tussen een fysieke en een virtuele bibliotheekpas. Fraude zal immers niet vaker optreden met een virtuele pas dan met een fysieke. Bovendien worden virtuele identificatiekaarten blijkbaar ook al aanvaard door de veiligheidsdiensten van luchthavens, dus waarom dan niet in de bibliotheeksector.

Het aanvaarden van virtuele bibliotheekpassen zal het voor gebruikers makkelijker maken om hun bibliotheekpas altijd bij te hebben. Het aanvaarden van virtuele passen bespaart ook tijd en gestuntel aan de balie omdat men de gebruiker niet manueel hoeft op te zoeken of hem moet uitleggen dat hij zijn bibliotheekpas moet bijhebben.

En technisch:

Traditionele barcodescanners zullen in de praktijk vaak moeite hebben met het scannen van barcodes vanaf het scherm van een smartphone. Dit komt omdat traditionele barcodescanners gemaakt zijn om laserlicht te lezen dat wordt gereflecteerd door een oppervlak (de witte lijnen tussen de donkere delen van een barcode). Het scherm van een smartphone zendt echter zelf licht uit, wat niet ideaal en vaak een probleem is. Of op het scherm van de smartphone al dan niet een beschermfolie is gekleefd, kan verder ook een positieve of negatieve rol spelen.

Een aantal bibliotheekgebruikers maken gebruik van apps om lid- en klantenkaarten virtueel te bewaren. Deze trend zal toenemen. Als vraag- en klantgerichte bibliotheken die ‘mee’ willen zijn met de technologische ontwikkelingen, moeten we op deze trend inspelen. Anderzijds is de vraag naar het gebruik van virtuele bibliotheekpassen momenteel nog niet zo groot om er bijkomende technische investeringen voor te doen.

En dus als algemeen advies:

  • het gebruik van virtuele bibliotheekpassen toestaan als de vraag zich voordoet (een aanpassing van het bibliotheekreglement is hiervoor niet nodig, want het reglement kent geen onderscheid tussen een fysieke en een virtuele pas);
  • voorlopig geen expliciete promotie te maken voor het gebruik van virtuele passen, maar gebruikers wel positief te adviseren als ze de vraag naar dit gebruik stellen;
  • voorlopig geen aanpassingen te doen aan de bestaande barcodescanners, maar het gebruik van virtuele passen te monitoren om eventuele technische problemen te detecteren.

Dacht ik ook, als de mogelijkheid bestaat, waarom niet ?

Ik heb de les op de EBS-workshops goed geleerd : de klant komt op de eerste plaats !  Waarom het hun niet zo makkelijk mogelijk maken ?

Wij hebben in onze kleine en weinig vooruitstrevende plattelandsgemeente 1 lener die de bibliotheekkaart aan de zelfuitleenbalie scant vanuit een APP. Hij heeft alle kaartjes van het gezin op de Smartphone staan en dit blijkt vlot te werken. Het voordeel is inderdaad dar er geen gestuntel is met verschillende kaarten. De gebruiker swipet eenvoudig van de ene kaart naar de andere. De barcodelezer aan de balie heeft geen problemen met het inlezen van barcodes op een smartphone (lees vanaf een blinkend oppervlak).
Ook het reglement levert geen problemen. Om materialen te lenen, moet men lid zijn van de bibliotheek. En om lid te worden, moet men een geldig identiteitsbewijs kunnen voorleggen. Er staat in ons reglement m.a.w. niets over de drager die een klant moet voorleggen om te kunnen lenen.

Wat mij wel intrigeert, sommige barcodelezers c.q. bibliotheeksystemen lezen/herkennen de barcode van EID's, anderen dan weer niet!

RSS

© 2024   Gemaakt door Kenniskantoor.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden