Begin april wijdde Peeters & Pichal een uitzending aan het leesgedrag van Vlamingen. "Mannen, waarom lezen jullie zo weinig" met enkele collega's aan het woord is te herbeluisteren op de website. "Mannen gaan minder naar de bib dan vrouwen, lezen minder en àls ze lezen, dan zeker geen fictie", was de teneur van de uitzending. Voor mij de aanleiding om het leesgedrag van onze bibliotheek nog eens onder de loep te nemen. En het resultaat is verontrustend.
Uiteraard ken ik het bereik van onze bibliotheek (actieve leners gedeeld door aantal inwoners) en met ongeveer 40% scoort Kalmthout zeker niet slecht. Sinds de herinrichting van de bibliotheek trekken we duidelijk meer bezoekers en is het drukker dan vroeger. Maar hebben we daardoor ook meer lezers? En hoe zit het met de verhouding mannen en vrouwen? Daarvoor heb ik onze leden uit de gemeente afgezet tegen het aantal inwoners van Kalmthout. En doordat ik dat vroeger ook al eens gedaan heb, kan ik evolutie in de tijd nagaan.
Het aantal lezers neemt niet meer toe, maar stabiliseert (weliswaar op een hoog niveau). Maar dit staat in contrast met het algemene gevoel dat het nu drukker is in de bibliotheek dan vroeger. Meer bezoekers, maar niet meer lezers, ondanks de herinrichting van de bibliotheek.
Goed nieuws is dat we beter dan vroeger senioren bereiken. Dertigers en veertigers blijven evenveel naar de bib gaan. Maar verontrustend is dat het lezen in de bib van twintigers er sterk op achteruit gaat (van 29% van de bevolking naar 23%). We staan terug op het niveau van vijftien jaar geleden.
Als we dit resultaat opsplitsen naar geslacht, zien we dat iets meer dan een op drie vrouwen van Kalmthout lezer is van de bibliotheek.
We gaan er duidelijk op vooruit bij oudere lezeressen, maar verliezen voeling met de jongeren, zowel tieners als twintigers.
En mannen? Die bereiken we praktisch niet. We bereiken iets meer dan twintig procent, maar dat wordt vertekend door het aantal scholieren en studenten. Op latere leeftijd bereiken we een op acht mannen als lezer.
En bij de mannelijke lezers is de daling onder de twintigers spectaculair. Op enkele jaren is er een daling van 18% naar 11% van de leeftijdscohorte. Een gevolg van de digitalisering?
Of deze cijfers representatief zijn, weet ik niet. Vermoedelijk zijn er lokale oorzaken. En ik kijk enkel naar lezers, en niet naar bezoekers die om andere redenen naar de bib komen. Maar als dit wel zo is, zitten we met een probleem, want verliezen we aansluiting met jongeren: Twintigers blijven weg en ons publiek wordt ouder.
Is dit herkenbaar? Wat betekent dat voor de toekomst?
Tags:
Bij ons zit er wel gelijkenis in. Ook wij verliezen in jeugd en gaan vooruit bij de senioren. Wat mij wel opviel is dat de bevolking bij de jeugd ook achteruit gegaan is.
Moet je deze cijfers ook niet in een sociologische / maatschappelijke context plaatsen? Wat doen twintigers? Ze zijn pas beginnen werken, aan het studeren of net afgestudeerd. Ze komen dus in een nieuwe fase van hun leven. Ze trekken (definitief) het huis uit, hebben hun eerste baan, stichten een gezin, bouwen of verbouwen een huis... Ze hebben dus andere zorgen aan hun hoofd en het lijkt dan bijna vanzelfsprekend dat ze minder tijd hebben of maken om de bibliotheek te bezoeken, te lezen. We zien in het voorbeeld van Kalmthout ook dat de percentages voor de dertigers en veertigers terug lichtjes stijgen. Men heeft zich gesetteld, de kinderen groeien op en gaan naar school en daar hoort lezen en bibliotheekbezoek bij, er komt ook weer terug wat tijd vrij voor andere activiteiten.
In het hoofdstuk 'Participatie in de levensloop. Een non-lineaire analyse van leeftijdsverschillen in participatie' van de 'Participatiesurvey 2009' (red. John Lievens en Hans Waege, Leuven : Acco, 2011, ISBN 978-90-334-8216-8) identificeren John Lievens en Jef Vlege zes patronen binnen het leeftijdsverloop in participatie. Deze patronen tonen een verband tussen de leeftijd en de mate waarin men aan bepaalde vormen van cultuur participeert. Het blijkt onder andere dat bij tal van activiteiten de participatie "in de drukke levensjaren [...] beduidend lager [is] dan op jongere leeftijden, en [dat ze] in de middenleeftijden [...] relatief constant [blijft]".
Als zou blijken dat het sociologisch eigenlijk onvermijdelijk is dat de categorie van twintigers een dipje in de cultuurparticipatie vertoont, dan moeten we misschien niet focussen op die terugval, maar energie steken in het hernieuwd bereiken van deze mensen op latere leeftijd (30-60 jaar). Empathie vertonen voor de realiteit van de drukke levensjaren en het feit dat men tijdelijk afhaakt, maar klaarstaan met een aantrekkelijk aanbod voor wie in een latere levensfase terug meer vrije tijd heeft en dan door de veelheid aan vrijetijdsbestedingen met een 'embarras du choix' wordt geconfronteerd. Eigenlijk er dus voor zorgen dat tijdelijke afhakers niet permanent afhaken, maar terug worden opgepikt.
@Patrick: Net als jij "draai" ik al een tijdje mee in de sector, dus de inzichten over de leeftijdsverdeling opgedaan tijdens het gebruikersonderzoek (2004) zijn mij bekend. De marketingstrategie van het toenmalige vcob was gebaseerd op de samenhang tussen verschillende fasen in de levenscyclus en bibliotheekbezoek. Dat klinkt vertrouwd. Maar ik vraag me af of er nu toch niet meer aan de hand is. En hierbij baseer ik me vooral op verschuivingen in de tijd bij twintigers: We bereiken nog altijd veel jonge vrouwen (40% van de bevolking), maar hun aantal neemt af (naar 35%). En jonge mannen vinden de weg niet meer naar de bib (van 18% naar 11%). Verontrustend. En mijn vraag blijft: Is hier meer aan de hand?
@Jan: Of er meer aan de hand is, valt met een 'eenvoudig' kwantitatief onderzoek moeilijk vast te stellen. Ik moet toegeven dat een dalende participatie in functie van "drukke levensjaren" plausibel klinkt, maar dat het dat misschien niet is. Omdat men dit cijfermatige verband vaststelt, wil het inderdaad nog niet zeggen dat er een verband van oorzaak en gevolg is.
Ook het verschil tussen leners en bezoekers is een factor om rekening mee te houden. Mensen bezoeken de bibliotheek inderdaad om tal van andere redenen dan alleen maar om materialen te lenen. Daarom vind ik het ook jammer dat de meeste lokale overheden hun bibliotheek nog altijd beoordelen op basis van bijna uitsluitend lenersaantallen en uitleencijfers als indicatoren. Die vormen maar één aspect van de werkelijkheid. Ze zijn wel het makkelijkst meetbaar, vandaar wellicht het overmatige belang dat men er aan hecht. Maar surfers, krantenlezers, jongeren die komen studeren, mensen die deelnemen aan uitbreidingsactiviteiten... ze participeren allemaal aan het aanbod dat de bibliotheek hen biedt.
De ideale mannenbibliotheek !!! Om aan het cliché te voldoen : een megagroot scherm aan de balie zodat het EK-voetbal kan gevolgd worden, man-dit-is-uw-bier-vaten, sjaaltjes (desnoods van oranje), zitzakken, iets om de onderkaak mee te bewegen en desnoods wat blond getooide, gedurfde voetbaltijdschriften. Al gezien hoe de doorsneeman zich gedraagt in indoorspeelpleinen en restaurants als er een scherm hangt en er iets megasportiefs staat te gebeuren ?
Nee, nu ernstig, uitgeverijen in Nederland heb ik me laten vertellen laten nieuwe boeken lezen door vrouwelijke leesproefkonijnen, om na te gaan of er wel genoeg 'vrouwelijke' input in zit ! Ofwel moeten we wachten op die langverwachte 'nieuwe man', whoever he may be ?
Ondertussen weer vier jaar later - is hier nog een vervolg op gekomen?
Uit de losse pols, zonder onderzoek :
-lagere schoolkinderen : blijven goed vertegenwoordigd door de uitgebreide scholenwerking en klasbezoeken.
-middelbare scholieren : lezen verplichte lectuur, die in mindere mate wordt opgelegd dan vroeger. Uit eigen interesse lezen ze weinig (of niets, zoals een leerkracht mij onlangs vertelde)
-volwassenen : verschuiving naar derde leeftijd. Zijn demografisch met veel, geschoold en met divers mediagebruik (waaronder ook boeken). Houden de bibliotheek recht. Hoelang nog ?
Benieuwd naar andere ervaringen !
Welkom bij
Kenniskantoor
39 leden
46 leden
52 leden
40 leden
144 leden
165 leden
43 leden
177 leden
© 2024 Gemaakt door Kenniskantoor. Verzorgd door