Wiki in de bibliotheek

Berichten in deze discussie

Permalink Antwoord van Katrien Schroyens op 20 November 2012 op 12.36

In Bornem hebben we twee wiki's.

Eentje met computertips/handleidingen die openbaar is en ook gebruikt wordt als dienstverlening naar onze internet-cursisten. (http://bibbornemdigigids.wordpress.com/). Een gratis Wordpressblog met als optie tabbladen (wat een van de redenen is waarom we dat sjabloon gekozen hebben). Digiggids wordt nog steeds geupdate en extra ingezet tijdens de digitale week (1 à 2 artikels/maand, tijdens de digitale week 1/dag)

Een tweede wiki is een interne wiki die zich binnen het dokeosplatform van de provicinie Antwerpen bevindt. Drempel hierbij is dat het personeel moet inloggen om de informatie te raadplegen. Uit de praktijk blijkt dat er sneller iets gevraagd wordt aan collega's, dan nakijken of de info online te raadplegen is. Het vergt ook veel tijd om alles actueel te houden en vermits wij binnen de bib ook over een gemeenschappelijke schijf beschikken (met bv. een map "handleidingen") staat het onderhoud van de dokeos-wiki nu op een laag pitje.

PS je kan ook bij Wordpress een blog aanmaken die je afsluit voor het grote publiek. Het "redactie"-gedeelte is vrij gelijkaardig aan een Word-pagina. Op digigids (tabblad internet : http://bibbornemdigigids.wordpress.com/internete-mail/bloggen/) vind je info over blogsoftware.

Permalink Antwoord van Ilse Depré op 22 November 2012 op 7.29

In Leuven hebben we een intranet, 'Bibtalk' genaamd, dat draait op Sharepoint (Microsoft). Dit bestaat uit een nieuwsmodule, kalenderapp, en tabs waarin folders en documenten kunnen worden opgeladen. Onlangs hebben we daar ook een sharepointwiki aan vastgehangen.

Persoonlijk ben ik wel meer een fan van echte wikisoftware, zoals die van Mediawiki (Wikipedia), de sharepointversie biedt wat minder opties, maar is wel gebruiksvriendelijk, o.a. omwille van de ingebouwde wysiwyg-editor.

Permalink Antwoord van Kris De Winter op 22 November 2012 op 14.55

Dag Wendy,

om je wiki succesvol te maken zul je (ongeacht de software die je gebruikt) die zeker intern moeten promoten en eventueel als enige communicatiekanaal voor bepaalde zaken (vb. handleidingen) inzetten om het gebruik te stimuleren.

Van de bibliotheken die ons dokeosplatform gebruiken levert Bornem de knapste wiki af (zie onderstaand screenshot). Zij hebben werk gemaakt van een mooie, gebruiksvriendelijke, overzichtelijke startpagina, waardoor gebruikers snel de juiste informatie kunnen terugvinden.

Je hebt best één medewerker die het beheer van de startpagina en van alle hyperlinks tussen de verschillende wikipagina's op zich neemt. Als je zo iemand kunt vrij maken die de structuur beheert, dan is het voor de overige gebruikers enkel een kwestie van bestaande pagina's te openen en hier en daar informatie toe te voegen. Met een wysiwyg-interface moet elke gebruiker dat in principe wel kunnen.

Permalink Antwoord van Jan Van Hee op 23 November 2012 op 16.45

Binnen Maarifa gebruiken we de betalende versie van PBWorks. Zoals Christine reeds aanhaalde : zeer gebruiksvriendelijk en functioneel. Ideaal om projecten te beheren : met taken en milestones. Je kunt documenten op de wiki publiceren door ze naar het wikiadres door te mailen. Het rechtenbeheer is zeer makkelijk : bepalen wie wat mag zien of bewerken.

Daarnaast hebben we ook een betalende Google-apps-omgeving. Vergelijkbaar met sharepoint, maar goedkoper (25 € / actieve gebruiker / jaar). Daar heb je de beschikking over google-sites, met meer mogelijkheden dan de gratis versie. Ook geschikt als kennisplatform, maar hier heb je wat meer knutselwerk voor nodig.

Als het allemaal wat meer mag/moet zijn, blijft Wikimedia (van de wikipedia) onovertroffen. Enorm veel mogelijjkheden en uitbreidingen. Wel een complexe installatieprocedure (je moet de software zelf installeren op een hosting of wij kunnen dit doen voor jou ;-) ) . Daarvan hebben we er enkele lopen bij klanten. Bijv. Spermalie Brugge gebruikt Mediawiki om kennis te delen en samen te werken met wetenschappelijke instellingen en hogescholen omtrent cochleaire implantaten.

vriendelijke groeten,

Jan Van Hee