Week van de poëzie, Liefde, Gedichten 9 en 10
Nog één (van de twee) met wat hinkstapsprong-rijm dan
IK ZIE de torens van de kerken
en hoor het luiden van een laatste
toegelaten klok
de straten zijn verlaten
de mensen zijn weer weggevlucht
naar hun betaald verlof
ik sta hier in het hete stof
van juli woordeloos te wachten
op mijn dode vrouw
rond mij is er geen rouw
de tijd verschuift naar appelaars
en ’t bloeien van september
misschien vind ik nog ooit
de woorden terug van hulpgeroep
misschien staat zij wel ergens
op een stoep op mij te wachten
een beetje radeloos en droef
Wat kan ik doen? Waar ben je lief?
JE BENT een blauwe vlinder
je dwarrelt woorden over
mijn gesloten ogen
mijn vingers trillen
emotierijmen
in glanzend ultramarijn
terwijl je ver vervreemdend
neerstrijkt
je vleugels sluit
zoek ik je vergeefs
op de witte steen van mijn ruïne
Uit: Het onbereikbare licht, 2014, Gust van Brussel
www.booklight.nl
Tags:
Welkom bij
Kenniskantoor
39 leden
46 leden
52 leden
40 leden
144 leden
165 leden
43 leden
177 leden
© 2024 Gemaakt door Kenniskantoor. Verzorgd door